Orgaandonatie – Antroposofisch Gezondheidscentrum. Verlengen van het leven.
De geneeskunde is er altijd al op gericht een mens te genezen en daarmee zijn leven te verlengen. Een infuus, een antibioticum of een zuurstoftoediening kan levensreddend zijn. Met het voortschrijden van de techniek zijn de grenzen echter verlegd. We kijken niet meer op van een hartoperatie waarbij bloedvaten vervangen worden. En dan is er sinds enkele decennia de mogelijkheid organen te transplanteren. Wat is het bijzondere daarvan? Wat betekent het voor de ontvanger en wat voor de donor?
Geachte lezer, het komt regelmatig voor dat men aan mij het verzoek doet, of ik voor bepaalde mensen de preken die op m’n website staan, voor een kleine vergoeding op DVD wil zetten, daar zij er somtijds de tijd en of de gelegenheid niet voor hebben. Dit artikel is geheel gewijd aan de vele lichamelijke verschijnselen die zich tijdens het veranderingsproces (ascentie) kunnen voordoen. De informatie is een compilatie van 23. Een humoristische vriendenroman over de grote keuzes in het leven - en hoe verleidelijk het is om die voor je uit te schuiven. De vrienden uit Drie vrienden, een huis (en een klusjesman) keren allemaal terug in dit los te lezen vervolg.
Afstotingsreacties. De transplantatie van organen is een vrij recente ontwikkeling in de geneeskunde. Er is een verhaal uit de oudheid dat een soldaat het been kreeg van een ander. In 2. 87 na Christus zouden de heilig verklaarde chirurgen Cosmas en Damianus een been getransplanteerd hebben. Zij vervingen het zieke been van een Romein door het gezonde been van een pas overleden Moor. Volgens de overlevering was de transplantatie geslaagd.
Schouwburg Het Park in Hoorn . Een groepje vriendinnen logeert in een afgelegen vakantiehuisje in de Ardennen. Door het slechte weer.
De Romein ging met een wit en een zwart been verder door het leven. Dit verhaal is erg onwaarschijnlijk, want het menselijk lichaam stoot alles af wat niet lichaamseigen is. Dat is een werking van het immuunsysteem. Pas in de laatste decennia is het gelukt deze afstotingsreactie te onderdrukken met medicijnen. Medicijnen die dus het immuunsysteem onderdrukken. Dat maakt het mogelijk organen en weefsels van een donor te transplanteren naar een ander mens.
Een ziek orgaan van een ernstig ziek mens wordt vervangen door een gezond orgaan van een overledene. Zonder transplantatie zou de zieke mens overlijden.
Want het gaat om heel belangrijke organen zoals nieren, lever,alvleesklier, hart en longen. Toch zijn er vanuit antroposofisch gezichtspunt, maar ook vanuit algemene gezichtspunten een aantal kanttekeningen bij te plaatsen. Hogere wijsheid. Vroeger hoorde je oudere mensen vaak zeggen: . Daar zit een bepaalde gedachtegang achter. Een mens komt niet op een toevallig moment op de aarde, en ook zijn stervensmoment is niet zomaar een moment. Het zijn momenten die door een hogere kosmische wijsheid zijn bepaald.
Niet iedereen kan zich hierbij neerleggen. Als je oud bent kun je makkelijker in het sterven berusten dan als je nog niet oud bent. Al geloof je in een bepaald moment van sterven, een mens doet toch alles om zijn sterven uit te stellen. Twijfel. Er is een groot tekort aan donoren.
Is geven moeilijker dan ontvangen? Vanuit de nood van ziek zijn wil de mens een orgaan. Maar het afstaan ervan besluit je als je gezond bent. En dan twijfelen veel mensen.
Verlengen van het leven De geneeskunde is er altijd al op gericht een mens te genezen en daarmee zijn leven te verlengen. Een infuus, een antibioticum of een zuurstoftoediening kan levensreddend zijn. Met het voortschrijden van de techniek zijn de grenzen echter.
Het Oude Egypte was een beschaving die rond 3300 v.Chr. Deze beschaving ging pas ten onder in 332 v.Chr., na de verovering van Egypte door Alexander de Grote. Het leven maakt de mens innerlijk rijk, als hij de dagimpulsen waarneemt en ernaar leeft. Elke dag schenkt ons een overvloed aan mogelijkheden en brengt de energie ter verandering, de kans, het leven een positieve wending te geven. Zijn dag en zijn toekomstige.
Is het misschien uit tegenzin om het lichaam te verstoren bij overlijden? Op zo’n groot en emotioneel moment in het leven is het in ieder geval heel moeilijk voor de familieleden om het lichaam van de overledene te verstoren. Of zijn er religieuze overwegingen? Of voelen we iets ongemakkelijks bij .
De overheidsvoorlichting is puur gericht op het stimuleren van orgaandonatie. Het taalgebruik daarbij is vriendelijk en licht verteerbaar. Het gaat erom dat je na je dood je organen kunt doneren.
Het klink tamelijk probleemloos. Maar hoe is de realiteit? De realiteit van de orgaandonatie. Vaak gaat het bij orgaandonatie om verkeersslachtoffers, bijv. Het slachtoffer wordt zo snel mogelijk naar de intensive care van een ziekenhuis worden gebracht. Kan het slachtoffer medisch niet worden gered omdat er bijv. Beademing is noodzakelijk anders treed een half uur na vaststelling van de hersendood de algehele dood in door adem- en hartstilstand.
De behandelend arts onderzoekt of er een codicil is en vraagt vervolgens toestemming aan de familie. Na toestemming is het noodzakelijk binnen 3 uur te opereren in verband met de conditie van de organen. Voor de operatie ziet de betrokkene er uit alsof hij slaapt.
Na de operatie ziet hij er meer dan lijkbleek uit, om dat hij dan echt is gestorven, en er weinig bloed over is na de operatie. De familie moet daar van te voren over worden ingelicht anders is de schok groot.
De familie is dus niet aanwezig bij het sterven. Hersendood- een leugen.
Het belang wat aan de hersenen wordt toegekend bij de diagnose van de dood is nieuw. In het algemeen wordt de dood vastgesteld door controle op stilstand van hart en ademhaling. Uitval van het zenuwstelsel wordt weliswaar ook gecontroleerd door beoordeling van de pupilreflex van het oog. Als die reactie van de pupil op licht niet meer aanwezig is wijst dat op uitval van de hersenen – als gevolg van de hartstilstand.
Anders is het bij hersendood. Het hart klopt en de ademhaling wordt kunstmatig op gang gehouden. Voor de beleving van de familie is hersendood alles behalve dood.
Hersendood is een term die in 1. Het was nodig om transplantatie mogelijk te maken, want uit een levend lichaam mag geen orgaan worden verwijderd. Bovendien heeft de gezondheidsraad al eerder vastgesteld dat het mens- zijn bepaald wordt door de hersenfuncties. Als die uitvallen, ben je geen mens meer. Dus een hersendode, iemand waarvan de hersenen ernstig en onherstelbaar beschadigd zijn, is geen mens meer en – zo is een volgende gedachte- kan dood verklaard worden. Heel ongelukkig, want in feite is iemand met zo’n hersenletsel stervende.
Als de hersenen op deze wijze onherroepelijk beschadigd zijn en uitvallen, dan volgt na een half uur hart en ademstilstand. De beademing onderbreekt kunstmatig het stervensproces. Een mens is dan dus nog niet dood. In een donor codicil zou dus niet moeten staan: “na mijn dood sta ik mijn organen en weefsels af”. Er zou moeten staan: “als ik onherroepelijk stervende ben sta ik mijn organen en weefsels af”.
Het begrip hersendood is een leugen – om bestwil. Een enkele keer gebeurt het dat iemand die hersendood verklaard is na een tijd weer bijkomt. Er was een geval waarbij de arts al over orgaandonatie had gesproken, maar de partner weigerde en wilde wachten. Na een paar dagen kwam de pati. Hij had het gesprek tussen arts en zijn vrouw gehoord. De diagnose moet dus heel zorgvuldig worden gesteld.
Bewusteloosheid, geen reactie op pijnprikkels, een vlak EEG (hersenfilmpje), en afwezigheid van ademhaling zijn een voorwaarde. Het beeld kan vertroebeld worden bij medicijnvergiftiging, onderkoeling en dergelijke. Wat betekent het uitnemen van organen bij een donor die stervende is? Allereerst is het goed om te bedenken dat een mens na een ongeluk vaak een ander bewustzijn heeft.
Het is bekend van bijna- dood ervaringen dat na een ongeluk de betreffende persoon vaak van boven neerkijkt op het lichaam, en wel weet dat het zijn lichaam is maar geen pijn voelt, omdat hij er uit is. Hij ziet ook vaak hoe anderen met hem bezig zijn, hoe artsen hem proberen te helpen. Wat gebeurt er nu met een mens die gaat sterven en die organen afstaat?
Daarvoor kijken we eerst naar de antroposofische visie op het sterven. Het sterven van de mens is antroposofisch te begrijpen door het slapen en het wakker zijn te bekijken. Een mens heeft een levend lichaam. Dat het lichaam leeft komt door een soort vitaliteit die alles in het lichaam stuurt en in beweging houdt. Dat noemen we het levenslichaam.
Dan zijn er nog twee lagen in de mens. Het levende lichaam wordt bezield en doorgeestelijkt. Het wordt bewoont door de ziel en de geest van de mens. De ziel is ons gewone bewustzijn, onze gevoelens en de mogelijkheid tot bewegen. De geest is in de antroposofie het diepste in onszelf, het onsterfelijke, datgene wat wij met ons “Ik” kunnen aanduiden.
Overdag zijn geest, ziel, levenslichaam en fysiek lichaam met elkaar verbonden. Maar er blijft een soort lijntje aanwezig, we kunnen ons zo weer verbinden met het lichaam en wakker worden. Bij een coma zijn geest en ziel veel verder verwijderd. Het lijntje is heel dun geworden. Vaak sterven mensen na een tijd in coma te hebben gelegen, soms worden ze weer wakker. Dan blijkt soms dat het gehoor nog wel intact was. Hersendood lijkt op coma, maar de schade is groter en zonder ingrijpen sterft de mens.
Bij het sterven maakt het levenslichaam zich los van het fysieke lichaam. Slecht een klein deel van het levenslichaam blijft nog een paar dagen met het lichaam verbonden. Dat is goed te zien als men bij een overledene waakt. Het lijkt erop of je iets kunt bespeuren van wat de overledene meemaakt, een diepe concentratie en ernst, soms vreugde.
Na ongeveer drie dagen is er een verandering, dan is er . Dit mee te maken kan een grote hulp zijn bij het afscheid nemen en het verwerken van het overlijden.
Een donororgaan kan niet sterven. Organen zijn levend, dat wil zeggen dat ze een (stuk van het) levenslichaam in zich hebben. Verder hebben ze een verbinding met de ziel en de geest. Dat uit zich in de cellen, die zijn strikt individueel gekenmerkt.
Dat blijkt uit afstotingsreacties die in het lichaam van de ontvanger optreden. Bij een donororgaan kunnen levenslichaam, zielendeel en geestelijk deel van de donor niet vrijkomen. Ze blijven met het fysieke orgaan verbonden. De conclusie is dat het donororgaan niet kan sterven.
Daarmee is het sterven van de donor zelf ook onvolledig. Men zou kunnen denken dat de het levenslichaam, en het zielen- en geestelijk deel van het orgaan over wordt genomen door de ontvanger. Dat als het ware de kapiteins van het schip wisselen. Maar de aanhoudende afstotingsreactie van de ontvanger, waar dus aanhoudend medicatie voor nodig is, pleit hier tegen.
Het orgaan houdt kennelijk lichaamsvreemde kenmerken. Een handicap? Welke gevolgen zou het voor de overledene kunnen hebben dat ? De krachten die een orgaan vormen komen uit het geestelijke.
Als we sterven nemen we die geestelijke krachten mee en gebruiken die in de andere wereld. Dat zou betekenen dat we na een orgaandonatie in de geestelijke wereld een de krachten van een orgaan, of meerdere organen, missen. Dat we als het ware een handicap hebben. Pas als de ontvanger van het donororgaan overlijdt, zouden die krachten weer vrij komen en beschikbaar zijn. De vraag is hoe erg dat alles is. Misschien valt dat mee. Tijd speelt daar in de geestelijke wereld een minder belangrijke rol dan hier.
Jaren duren hier lang, daar waarschijnlijk niet.